Gisteren was mijn looptrainingsavond. 3 keer in de week train ik voor de Dam tot Damloop 2019 waar ik me voor opgegeven heb. Met mijn deelname haal ik sponsor geld op voor het fantastische Helen Dowling Instituut (HDI).
Het wordt 30 graden, ik vind het lopen al niet leuk, dus met die hitte ga ik waarschijnlijk helemaal stuk. Overslaan dan maar? Of morgenvroeg de wekker zetten en in de ochtend gaan?
Vandaag om 6:30 gaat de wekker, ik sta met tegenzin op: waar doe ik dit toch voor? Maar ja, ik heb me gecommitteerd om mee te lopen, dus snel een bruine boterham met pindakaas naar binnen werken en het moet goed gaan komen (ik heb dat zelf gezien in die Calvé reclame met Pieter van de Hoogenband).
Maar het gaat niet goed, normaal bikkel ik nog wel een uurtje achter elkaar met een snelheid van 4:30 per kilometer. Lekker hard, dan is het ook snel weer voorbij. Maar vandaag wil het niet.
Ik loop wel mee, maar ben geen meeloper!
Het probleem zit niet in mijn benen, maar tussen mijn oren: ik loop wel mee, maar ben geen meeloper!
Ik kom steeds weer tot het inzicht dat ik ‘zingevend’ gedreven ben en dat daarbij intrinsieke motivatie nodig is om tot ‘prestaties’ te komen.
Vroeger toen ik nog Taekwondo beoefende, toen trainden we ook eindeloos voor wedstrijden, tot wel 6x per week. Maar de wedstrijden waren het doel niet, de wedstrijden waren het middel. Het middel om te kijken hoe ver je was, waar je kon verbeteren, waar de focus naar toe moest, waar je weer op kon gaan trainen. De wedstrijden waren het middel, de trainingen het doel. Op de wedstrijden ‘vinkte’ ik af, op de trainingen ‘vonkte’ ik.
Nu is de Dam tot Damloop het doel, de training is daarvoor een middel. De trainingen probeer ik zo snel mogelijk af te vinken: een noodzakelijk ‘kwaad’ om aan de Dam tot Damloop mee te doen. Vonken doe ik niet.
Vinken of Vonken?
Die vragen gonzen door mijn hoofd. En daar komt de ratio om de hoek kijken:
Je loopt voor Stéphanie opgeven is geen optie. Hoezo ‘zwaar’, Stéphanie had het zwaar en die heb je nooit horen klagen. Het is goed voor je, het komt je conditie en daarmee ook je gezondheid ten goede. Er zijn mensen die hebben voor je gedoneerd, nu kun je niet meer stilletjes via de achterdeur wegwezen. Wat zullen de mensen wel niet van je denken als je stopt...
Allemaal ‘valide’ redenen, redenen om vooral mee te lopen. Maar voor mij ook allemaal ‘foute’ redenen: geen enkele reden vanuit mezelf. Géén intrinsieke motivatie. Géén aanleiding tot vonken, dus het wordt hiermee nooit meer dan ‘vinken’.
Ik kom er steeds meer achter dat ik geen ‘vinker’ en meeloper ben. Niet toen ik nog in loondienst was en er van mij verwacht werd dat ik mee ging lopen met wat er allemaal bedacht was, niet voor deze sponsorloop.
Stoppen dan maar?
Nee, want als ik ergens ‘slecht’ in ben dan is het wel in stoppen. Ik ga door, door met lopen, door met de training en door met het werven van sponsorgeld. Maar ik ga vooral door met het ‘onderzoeken’ van mezelf. Wat maakt mij tot wie ik ben, wat maakt dat ik deze dingen op deze manier doe, wat maakt dat ik als ‘vonker’ in het leven wil staan en niet als ‘vinker’. Wat laat mij vonken? Hoe verbind ik dat naar het HDI, hoe verbind ik dat naar de sponsorloop. Hoe verbind ik dat naar anderen?
Dát is mijn doel, de looptraining is daarvoor het middel... De eerste vonkjes dienen zich alweer aan :)
En jij?
Wat laat jou vonken? Wat drijft jou? Wat is voor jou zingevend? Welke bijdrage wil jij leveren? Hoe wil jij herinnerd worden? Inspireer mij met een reactie hieronder!