Een jaar of 20 geleden maakten Steef en ik onze laatste meerdaagse bergtocht in de Pyreneeën.
Ik herinner mij nog een tocht in het bijzonder. Na een zware tocht waarbij we een op de kaart aangegeven 'hutje' aan het zoeken waren om de tent op te zetten, kwamen we op een klein stukje gras naast een ravijn uit. Steef zou hier wachten met de rugzakken en ik zou verder naar boven gaan om te kijken of ik het hutje kon vinden of dat er een geschiktere plek was om de nacht door te brengen.
Veel te laat, ik was natuurlijk weer eens de tijd vergeten, kwam ik terug. Steef had zich ontzettend zorgen om mij gemaakt en was emotioneel: daar zit je dan, ik de middle of nowhere, dagen lopen van de bewoonde wereld. Bij deze tocht waren we ook al dagen niemand tegengekomen.
Tijdens de nacht op het stukje gras naast het ravijn, begon het te stormen, onweren en sneeuwen. Steef sliep er doorheen maar ik heb geen oog dichtgedaan. Ik hield de tent bij elkaar door de stokken vast te houden: het gevoel dat we anders gelanceerd zouden worden, dat er iets zou gebeuren met Steef.
Voor mij werd het in één klap duidelijk: iemand die vrijwillig dit met je onderneemt en zoveel van je houdt, die moet je nooit meer laten gaan.
De volgende dag kwamen we op de hoogste col in de Pyreneeën. het is daar waar ik Steef ten huwelijk heb gevraagd.
Loslaten
Het hiken in de bergen hebben we door de komst van de kinderen moeten loslaten, een andere fase in je leven met daarbij andere activiteiten begon. We zouden het weer kunnen oppakken als de kinderen groot genoeg waren of, als de vonk niet zou overslaan op de kinderen, als de kinderen de deur uit waren. Van die dingen die je half uitspreekt en waar je niet te veel bij nadenkt, net zoals we zoveel dingen eigenlijk for-granted nemen omdat het leven toch wel doorgaat.
Dat het hiken en de Pyreneeën ook voor Stéphanie belangrijk was werd in haar laatste zomer vakantie duidelijk. We stonden op een camping in de Auvergne en Steef kreeg hevige koorts: 42 graden. Er bestond een kans dat ze door de koorts moest stoppen met de medicijnen. We wisten dat als dat het geval was, dat het heel snel over en uit zou zijn. Dagelijks telefonisch overleg met de oncoloog en na drie dagen begon de koorts eindelijk te zakken.
Steef had besloten: het is now or never. Twee dagen later stonden we In Bagnères de Luchon bij Hospice de France aan de voet van de Pyreneeën. Het startpunt van een tocht naar Refuge de Venasque, een paar uur lopen met een hoogte verschil van meer dan 1000 meter. Een deel van de tocht die wij vlak na ons huwelijk ook al eens gemaakt hadden.
Haar wilskracht overwon het van haar, op dat ogenblik, nog zwakke gestel: dit wilde ze absoluut nog met mij en met de kinderen samen doen.
Samen Doen
Ik had ooit tegen Steef gezegd, dat als de kinderen 18 zouden worden ik met hun een tocht in de bergen zou gaan maken. Maar zoals met zoveel dingen in het leven komen zaken niet altijd gelegen, ook niet nu Jasmijn 18 was geworden. Wat ons gezin er de afgelopen jaren doorheen geholpen heeft is samenzijn en om nu Roald en Livia thuis te laten en deze ervaring alleen met Jasmijn te hebben voelde voor mij niet goed.
Maar wat nou als de afspraak niet 18 jaar was maar eindexamen doen? Dit jaar hebben zowel Livia als Jasmijn eindexamen gedaan: laten we het over die boeg gooien. Roald had er ook wel zin in, we zouden hem 'ontlasten' met een kleine rugzak.
Na de nodige voorbereidingen hadden we 2 tochten van 4 dagen uitgestippeld: de eerste in Frankrijk vanuit Bagnère de Luchon, de tweede in Spanje vanuit Benasque. Twee totaal verschillende tochten op twee zijden van dezelfde berg.
Toen we met de auto in Bagnère de Luchon aankwamen en we uitstapten, werd ons de adem (letterlijk) ontnomen. Het was 42 graden buiten, en ondanks dat de temperatuur onder de 40 zou gaan zakken wist ik dat we een ontzettend zware tocht zouden gaan meemaken.
We liepen vanaf Bagnères de Luchon door het bos de berg op, op het hoogste punt van die dag zouden we een uur afdalen naar Hospice de France, daar zou de eerste overnachting zijn. De volgende dag zouden we dan weer het laatste deel van dag 1 terug omhoog gaan om door te stijgen naar de Spaanse grens. Dat plan werd snel bijgesteld: door de hitte was ons looptempo veel te laag en onze pauze frequentie te hoog. Voordat we eigenlijk weer zouden afdalen hebben we de tent op een vlak weiland opgezet. Dat zou de start van dag 2 ook eenvoudiger maken.
We waren erg moe van de eerste dag: de hitte maakte dat we veel moesten drinken en gelukkig had ik voordat we vertrokken een waterfilter gekocht anders was het zeker niet gelukt: we konden nu op meer plekken water drinken dan normaal zonder risico op ziek worden.
Fantastisch om te zien en te horen dat de kinderen ontzettend aan het genieten waren van wat ze allemaal zagen, hoorden en roken. Ze hadden respect voor Steef en mij, de oudjes, die dit vroeger altijd deden :)
Wat een rustige dag zou worden, we hadden immers een kortere start, bleek een loodzware. We starten de dag letterlijk in de wolken. Hierdoor konden we niet echt van de vallei genieten. Maar ieder nadeel heeft ook een voordeel: het was wel lekker koel!
Eenmaal gestegen tot de Spaanse grens waren we ook boven de wolken. Ontzettend indrukwekkende panorama's die ieder seconde anders waren door de flarden van wolken die voorbij kwamen. Roofvogels cirkelden over luchtbellen.
het tweede deel van de dag was ontzagwekkend: uitzicht op de met gletsjers bedekte toppen van het Maladeta gebergte. We staken de grens over en liepen aan de Spaanse kant. Daar waar de Franse kant zich kenmerkt door 'groen´, is de Spaanse kant vooral rotsachtig en droog.
Het derde deel van deze dag moesten we zuinig zijn met water: er waren geen bronnen, meertjes of beeken en alles was door de hitte gortdroog! We liepen vol in de zon, er was inmiddels geen wolkje meer aan de lucht en geen schaduwplek te vinden. We maakten een kleine afdaling langs een steile rotswand. Stéphanie liep met mij mee: het besef dat ik dit prachtige stukje ook met haar samen heb gelopen en dat we toen zwaar onder de indruk waren van wat we meemaakten kwam hard binnen bij mij.
Op het eind van dit deel zouden we bij Port de Venasque vanuit Spanje terug doorsteken naar Frankrijk en bij een bergmeer de tenten opzetten. Voor port de Venasque splitste de route zich echter en ik drukte de kinderen op het hard: rechts aanhouden! Naar links zou bergaf Spanje in gaan: de verkeerde kant dus.
Dat stuk liep ikzelf voorop en ondanks dat ik de kinderen nog zo had gezegd om rechts aan te houden, ging ik zonder na te denken links af. We waren al een heel stuk afgedaald om tot de ontdekking te komen dat we verkeerd zaten. Zonder water inmiddels, dat was op. We waren al meerdere keren gestopt omdat het in de volle zon en hitte ontzettend zwaar was.
Ik kon echt niet meer en dacht dat ik de weg terug naar boven (minimaal 2 uur) zonder water niet zou halen. Wat nu?
Toen we zeker wisten waar we zaten (heel belangrijk) hebben we samen besloten om toch de klim te wagen. Roald met het waterfilter voorop om op zoek te gaan naar water (ik zal jullie besparen waar hij mee terug kwam). Stap voor stap, verstand op nul.
Het is ons gelukt! Eenmaal boven bij Port de Venasque, een nauwe donkere kloof die zomaar in een film van Lord of the Rings had kunnen zitten, hadden we achter ons het gletsjer gebergte van Maladeta en voor ons het in flarden van wolken gehulde ijsblauwe water van Lac Boums du Port. Vanaf hier was het een steile afdaling waarbij we meteen doorliepen naar Refuge de Venasque om iets 'suikerhoudens' te drinken.
In het half donker hebben we de tenten opzet op een 'schiereiland' tussen de twee meren en eten gekookt. Wat een magische plek! We besloten samen om de geplande route van de volgende dag niet te doen maar een rustdag in te lassen.
Na een stormachtige nacht met weinig slaap, de tent vloog van links naar rechts, werden we wakker volop in de zon.
Wat is dit, nu in de zon, een magische plek! Jasmijn heeft inmiddels 1000+ foto's gemaakt. Ikzelf heb nog ge-vliegvist (niet voor niets de hengel meegesleept op mijn rug). Samen met Roald heb ik in de middag nog een korte tocht richting Pic de Sajust gemaakt. Van die col een prachtig uitzicht met aan weerszijden een meer. Heerlijk lopen zo zonder zware rugzak.
Morgen laatste dag van deze tocht.
De kinderen vonden het tot nu toe erg indrukwekkend en na ons 'foutje en bedankt' moment beseffen ze wat onherbergzaam gebied nu écht betekend, maar ook dat op het moment dat je hoofd je influistert dat het echt niet meer gaat, je nog veel meer in je mars hebt dan je ooit gedacht had.
Respect voor de 'oudjes' maakte vandaag plaats voor respect voor de natuur en respect voor elkaar dat we ondanks dat het zo ontzettend zwaar was toch positief zijn gebleven: wat een team zijn we!
Morgen een lange dag voor de boeg, we passen de route aan (de oorspronkelijk route is te lang en we lopen veel te traag door de hitte) en lopen van refugi de Venasue omlaag naar Hospice de France. Dezelfde route (maar dan alleen terug) die we 4 jaar geleden met Stéphanie nog hebben gelopen. Roald gaf aan dat heel bijzonder te vinden om die route nog eens te lopen: memories :)
De afdaling is prachtig zonnig, uitzonderlijk voor de Franse kant van de Pyreneeën. Fantastische vergezichten en via een zeer steile afdaling het dal in. Toen we met Steef deze route liepen was het mistig en liepen we continue in de wolken. Ondanks dat hierdoor de 'herkenning' nu minder was, herkende ieder toch wel een plekje waar ze met Steef liepen of zaten. Zo ontzettend fijn om hun fijne herinneringen te horen, hoe ze het ervaren hadden met Steef 4 jaar geleden. Heel dierbaar, maar aan de andere kant ook het harde besef dat Steef er niet meer is om nieuwe herinneringen te maken.
Wat waren ze nog jong 4 jaar geleden, wat was Stéphanie nog jong...
Eenmaal aangekomen bij Hospice de France zijn we na een versnapering linea recta terug gelopen naar Bagnère de Luchon waar de auto nog op de camping stond. 15 kilometer bergafwaarts; helemaal stuk en geen kuiten meer over.
Er zat een opbouw in de tochten: starten met een eenvoudige en dan de tweede zwaarder > de 'woeste' kant van de Pyreneeën. Maar wat we dachten dat eenvoudig was bleek door de hitte aardig tegen te vallen: ons looptempo was de helft van het 'normale' looptempo. Bij de tweede tocht in Spanje hebben we de planning losgelaten: eten voor vier dagen en we zien wel hoever we komen per dag. Ook dat vergt loslaten.
Eerst maar een rustdag ingebouwd in verband met spierpijn, de laatste dag in Frankrijk had er aardig ingehakt.
We starten op de heetste dag van die week (hebben wij weer) met een, volgens het boekje, relatief eenvoudige en korte tocht van drie uur tot aan refugio de Estos. Extra vroeg vertrekken dus om de hitte voor te zijn. Nou ja, vroeg... zo vroeg als drie 'pubers' vooruit te branden zijn :)
We liepen door de Estos vallei, alleen in de 'vroege' ochtend hadden we wat schaduw. De vallei loopt van oost naar west en dus loop je de hele route in de brandende zon. We zouden bij refugio de Estos lunchen om daarna door te lopen, maar we zijn er niet meer weggekomen. We wilden graag door lopen om boven de boomgrens uit te komen, maar de spreekwoordelijk puf was letterlijk op: te warm. De rest van de middag hebben we aan de rand van een ravijn gezeten in de schaduw van een paar naaldbomen, daar was ook voldoende gras om de tent op te zetten. Wachten tot 20:00 uur (nationaal park: alleen bivakkeren tussen 20:00 en 08:00 uur).
We spraken af dat we de volgende dag wél vroeg zouden vertrekken: daar waren de 'pubers' het nu wel mee eens, het late opstaan van deze dag zorgde ervoor dat we te veel in de middag moesten lopen en het dus te warm was... Een harde les geleerd :)
Geen planning, die hadden we losgelaten. Vandaag maar eens kijken hoever we komen. Ik had in mijn hoofd dat we door zouden lopen tot Puerto de Chistau, een col op 2577 meter hoogte. Dan zouden we weer terug bergafwaarts kunnen en Cabanã de la Paul (een verlaten hutje volgens de kaart) aandoen voor de nacht.
Dit was by far de zwaarste tocht die we gemaakt hadden: langgerekt, bergopwaarts, verzengende hitte op donkergrijze lei stenen route. Er waren stukken waar Mio niet meer kon lopen omdat de grond te warm was voor haar poten. Aan het begin van de route was er een vlot stromende beek, dus daar hebben we water ingeslagen. vanaf dat punt tot boven op de col was er geen water meer, de beken die op de kaart waren ingetekend stonden gortdroog. Boven bij de col zou een klein meertje zijn, maar ik had zo mijn bedenkingen of die niet ook droog zou staan.
Eenmaal boven aangekomen op de col werden we bijna letterlijk van de sokken geblazen. De col is het verbindingspunt tussen drie gebergtes en door de opwarming van de zon, was er een enorme thermiek die van drie zijden omhoog samen kwam op deze col: achter een rots hadden we een beetje bescherming.
Onder weg had ik al gekeken of ik Cabaña de Paul kon zien liggen: om een idee te krijgen van wat we zouden gaan aantreffen. Maar de Cabaña was volgens mij verleden tijd: de kaarten die ik heb zijn ouder dan 20 jaar, dus geen enkele garantie dat het een en ander nog klopt.
Zoeken naar water dan maar: Roald en ik gingen op pad naar waar op de kaart het meertje zou zijn.
Wat waarschijnlijk in minder warme tijden een meertje was, was nu een groen 'moeras' gevoed door een bronnetje. We vonden een voldoende diepe plek waar we in ieder geval water konden scheppen. Op de kaart stond ook een grot ingetekend: die wilden we wel even gaan zoeken. Nu we water hadden gevonden hadden we wat we nodig hadden en konden we ook de nacht hier doorbrengen. We hadden dus de tijd.
De grot hadden we gevonden, en wat voor een grot! De grot was ontstaan door water uit een gletsjer en de gletsjer zelf was er ook nog! Wauw (en koud)!
We vonden een plek in het gras, nog steeds zeer harde wind van alle kanten, maar we wilden niet meer verder lopen: tenten opzetten en een put van stenen maken om in te koken. Het was de minste maaltijd van alle dagen: de wind was zo hard dat de pan te snel afkoelde... tja ook harde rijst kun je eten als je honger hebt...
De wind was zo hard dat de tent in de nacht op onze gezichten drukte, en omdat de wind iedere keer van richting wisselde klapperde de tenten ontzetten hard. Fingers crossed!
Midden in de nacht was de wind in een keer gaan liggen, we hadden dus wel iets van slaap gekregen. Schade was beperkt tot een scheur in mijn tent. Mio, die buiten sliep, was gelukkig ook niet weggewaaid.
We starten de dag met een 'fotoshoot' van af de col: wat een spectaculaire en woeste omgeving! Zoveel kleurvarianten in het gesteente... bizar mooi.
We besluiten terug naar het dal te lopen via dezelfde route als we waren gekomen. Vlak voordat we de bergen uit zouden gaan was nog een grasveld bij de rivier, daar zouden we dan de laatste overnachting pakken. Op die manier hoefden we de laatste dag maar 1 uur naar de auto te lopen en konden we direct van daaruit beginnen te rijden richting Nederland. Op die manier konden we de terugreis splitsen over twee dagen.
Na een mooie afdaling (bergafwaarts geeft wat meer gelegenheid om rond te kijken :)) hebben we bij refugio de Estos een lunch genomen: bocadillo met huevo frito. Wat een verwennerij na dagen van crackers met kaas en jam :) De refugio was druk bezocht. Veel ervaren lopers die allemaal naar beneden kwamen omdat het ook voor hun niet verantwoord was: te warm en te weinig water plekken.
Het tweede deel van de dag ging Roald voorop: hij had in één keer energie gekregen.
De afspraak die we gemaakt hadden (die we altijd tijdens het wandelen hebben) is dat je best door mag lopen, maar dat je bij een splitsing wacht op de rest. Dit om te voorkomen dat je een andere afslag neemt dan de rest.
Dat was hij even 'vergeten': hij was zo gefocust om snel beneden bij de rivier te komen dat we hem drie uur lang niet meer gezien hebben.... Gelukkig was het rivierwater schoon en konden we hem daar goed de oren mee wassen :)
Net toen we de tenten wilden gaan opzetten, kwam er een kudde koeien al grazend de berg af. Al snel waren we out-numbered. Daar ga ik dus niet de tent tussen zetten... een stukje verder was Cabaña de Santa Anna. Daar konden we zeker overnachten. Ik stelde voor om in de Cabaña te overnachten: een klein stoffig stenen hutje met een open haard binnen en zonder ramen, maar dat hebben we toch maar niet gedaan: tent maar weer opzetten en eten koken.
Laatste nacht in de bergen en morgen weer vroeg op.
De laatste meters... we waren snel bij de auto. even ontbijtje doen in Benasque, waterflessen vullen voor onderweg en en route. De hikes zaten erop, de terugweg was opvallend stil...
Nog twee weken naar Zeeland, een wereld van verschil...
Samen-Zijn
Ik heb daar nooit zo bij stilgestaan, maar 'waar het hart van vol is, loopt de mond van over' zo blijkt.
Bovenstaande staat voor mij als metafoor voor het opvoeden van je kinderen. Hun hele jonge leven ben je bewust en onbewust bezig met hun voor te bereiden, zodat je ze met een goed gevoel kunt loslaten: weten dat het goed komt.
Deze vakantie had voor mij meerdere 'lagen' en bedoelingen en tijdens de vakantie kwamen daar ook nog eens de emoties bij; emoties die je altijd met je meedraagt maar die niet altijd 'aan de oppervlakte' komen.
Terugkijkend was deze vakantie voor mij dan ook méér dan samen doen en samenzijn. Deze vakantie leerde mij dat we als gezin kunnen Samen-Zijn en dat ik met trots mag terugkijken naar de moeilijke reis die we gehad hebben de afgelopen jaren (en die we zeker ook nog gaan krijgen) en hoe een ieder daar individueel maar vooral ook samen doorheen is gekomen en in gegroeid is.
Loslaten is daarin randvoorwaardelijk gebleken voor mij: want samen-zijn kun je alleen maar als je jezelf en de ander kunt laten alleen-zijn.