We waren voor de mei vakantie op onze camping in Epen, een camping waar we inmiddels al een aantal jaren naar toe gingen. Prachtig midden in het heuvelland en aan de rand van een oud bos.
Steef was van het moment dat we aankwamen al uit haar doen, stil, teruggetrokken.
Ik kwam met de hond terug van een wandeling door het bos, daar zat ze: in de stoel voor de tent.
“Wat ben je stil?” vroeg ik.
Steef was verdrietig. Het terugkomen op de camping waar we in de herfstvakantie nog waren geweest confronteerde haar met hoeveel ‘slechter’ het met haar ging. “Ik kan bijna niets meer...”
Ik had daar natuurlijk ook al over nagedacht. De wandeling die ik zojuist gemaakt had hoefde ik nooit alleen te maken. Altijd ging ze mee.
Na een mooie dialoog concludeerden we dat we beter konden stoppen met kijken naar wat er allemaal niet meer ging. Dat we beter konden genieten van wat er wèl nog allemaal was en kon.
“Je weet niet half hoe gelukkig ik me prijs dat wanneer ik terugkom van de wandeling en dat ik jou dan voor de tent in de stoel zie zitten...”
Liefde gaat over wie je bent voor elkaar, niet over wat je kon, kan of nog gaat kunnen. Niet over wat je had, hebt of nog gaat krijgen.
Vandaag was ik weer op onze camping in Epen. Ik kwam terug van een wandeling met de hond.
Daar stond de stoel... leeg....
“Wat ben je stil?” vroeg een van de kinderen aan mij...
Afbeelding: eigen afbeelding